Na ongeveer zes weken Nieuw-Zeeland is het tijd voor iets nieuws. Rond 18 december worden we verwacht in Indonesië, waar Katelijn & Maarten en een hoop vrienden ons zullen vervoegen. Maar bij het zoeken naar een vlucht blijkt dat vliegen naar Jakarta ons goedkoper uitkomt door over Sydney te vliegen dan rechtstreeks vanuit Nieuw-Zeeland. Dit moest ons geen twee keer voorgesteld worden! Sydney, here we come. Bij de voorbereiding hebben we al lang door dat Sydney gigantisch is. Het is dan ook de grootste en oudste stad van Australië en telt als regio meer dan 4,5 miljoen inwoners. Sydney is één van de meest geliefde en leefbare steden ter wereld en wij kunnen daar alleen maar met akkoord gaan. Sydney heeft het gewoon allemaal: een zonnig klimaat, een hippe waterfront, vriendelijke bewoners, goudgele stranden, bergen, trendy bars, restaurants en coffeeshops op elke hoek van de straat, ontelbare shoppingcenters en winkelstraten (een echt shoppingparadijs voor de liefhebber :-)), grote parken, een prachtige skyline, etc. Wij zijn fan! Jammer dat het wat ver van België ligt ;-). Het begon echter allemaal minder rooskleurig bij aankomst… Na het overslagen van een nacht door de uren van de vlucht moeten we ook nog eens meer dan 1,5u aanschuiven aan de paspoortcontrole. Hun nieuwe systeem (verdeling tussen paspoorten van Angelsaksische landen en al de rest) staat duidelijk nog niet op punt. Onze hostel blijkt ook erg crapy te zijn (wat een dure stad!) met incompetent personeel en feestende backpackers, mààr met een geweldige ligging naast het centraal station, waardoor we de hele stad en haar verschillende buurten met de trein (met een netwerk dat perfect geregeld is) kunnen verkennen. Onder het motto van Tom ‘We all talk football‘ kunnen we natuurlijk niet anders dan ook het Australische voetbal verkennen. Zeker in Sydney, waar Alessandro Del Pierro...