Veel, mooi, luid, licht, overweldigend, groot, groter, gigantisch en toch ook wel een beetje decadent. Welcome to Vegas! De laatste stop op onze trip brengt ons naar de States. En hoewel we hier allerlei leuke activiteiten hebben gedaan (huwelijk Willy (papa van An) met Lynn in Chicago, veldrijden (met Sven Nijs als winnaar), hiking in de Spring Mountains, …) beperken we ons in dit blogbericht tot ‘The Strip’, één straat die symbool staat voor de hele stad Las Vegas. De ‘Strip’ omschrijven, is eigenlijk onbegonnen werk. ‘Bigger is better’ zou wel eens dicht in de buurt kunnen komen. Het ene groteske casinohotel naast het andere en allemaal proberen ze zo groot en opvallend mogelijk te zijn. Sommigen bouwen een ganse stad na waardoor je binnen 30 minuten van Venetië, over Parijs in New York verzeilt. Eerder geïnteresseerd in geschiedenis? Geen probleem, van het Romeinse Rijk (Caesars Palace) loop je recht de wereld van de pyramiden in (Luxor). Nog te saai? Neem dan de rollercoaster (achtbaan) IN één van de casino’s. Je kan het niet gek genoeg bedenken of ze hebben er een hotel van gemaakt. GOKKEN? Natuurlijk de hoofdreden waarom 40 miljoen toeristen per jaar afzakken naar ‘Sin City’. Elk jaar wordt er voor 6,5 miljard (!) dollar gegokt op deze éne straat. Dagelijks zou een gemiddeld casino 610.000 dollar ophalen. Ons eigen gokavontuur duurde welgeteld 5 minuten, net voldoende om twee gratis pintjes af te snoepen én om 10 dollar om te ‘toveren’ in 100 dollar. De ‘winst’ hebben we vervolgens geconsumeerd in één van de vele en veel te dure restaurants. TROUWEN? Nergens ter wereld is het makkelijker om te trouwen en gemiddeld treden er 230 koppels per dag in het huwelijk. Voor de kostprijs moet je het niet laten: 60 dollar...