Gerelateerde berichten
Indonesië meets the Kempen…
Sydney was mooi en heel leefbaar, maar we snakken al een tijdje naar een meer avontuurlijke en betaalbare bestemming en dan komt Indonesië als geroepen. We wisten al voor ons vertrek dat we hier een aantal bekenden zouden treffen met wie we Kerst en Nieuwjaar zouden doorbrengen. Een bont gezelschap uit de Kempen bestaande uit mijn zus Katelijn, haar partner Maarten en een hoop vrienden van hen. De meeste hadden we zelf nog nooit ontmoet, maar omgaan met Kempenaren vraagt nu niet bepaald kennis van metafysica ;-).
Drie weken zullen we samen reizen en als alles meezit, zouden we zowel Java, Bali en Lombok bezocht moeten hebben. Indonesië is zo gigantisch en indrukwekkend dat er ongetwijfeld nog wel een apart verslag zal over volgen, maar voor nu is het handig als jullie weten dat het land bestaat uit meer dan 17.000 eilanden, bewoond door 245 miljoen inwoners die samen 740 talen machtig zijn. Het is een land waar je maanden kan vertoeven zonder dat je hetzelfde ziet, hoort of eet.
Bedoeling is om zo snel mogelijk de hoofdstad Jakarta te verlaten en de reden is voor de hand liggend. By far is Jakarta, met zijn 25 miljoen inwoners, de lelijkste, vuilste en minst inspirerende stad ter wereld. In vergelijking met de Indonesische hoofdstad is Bangkok een goed georganiseerd boerendorpje. En dat ‘het verkeer wel eens moeilijk doet’ is een waar understatement. Voor een kilometer met de taxi mag je gauw rekenen op 30 minuten. En voor diegenen met voldoende logisch verstand: ‘nee, wandelen is geen optie, een straat oversteken staat gelijk met zelfmoord’. Tel hier nog de gigantische stortregens bij (het is volop regenseizoen) en dan versta je waarom we a.s.a.p. een treinticket willen richting Jogjakarta, onze volgende bestemming.
Groot is onze verbazing als blijkt dat er op geen enkele manier nog tickets te verkrijgen zijn, voor geen enkel vervoersmiddel. De kerstperiode is ook in een islamitisch land een periode van vakantie. Er zit niets anders op dan nog 2 extra nachten te verblijven in de vreselijkste stad ter wereld. Een reis kan beter starten, al hebben we de extra tijd goed gebruikt om elkaar en het lokale bier beter te leren kennen ;-).
Twee dagen en een vlucht later arriveren we in Jogjakarta, een veel kleinere stad, bekend vanwege haar kunst en cultuur én uitvalsbasis voor de beroemde tempels van Borubudur en Prambanan. De sfeer die hier hangt is (gelukkig) in niets te vergelijken met Jakarta en de vakantie (of voor ons ‘de vakantie in de vakantie’) kan eindelijk beginnen. Al kunnen de massages en het zwembad daar ook voor iets tussenzitten… Omdat we met zoveel zijn, huren we een grote bus (met gids) en voor nog geen 6 euro per persoon rijdt die ons de ganse dag van tempel naar tempel. Vermoeiend, vooral omdat wij aangeschouwd werden als de grootste attractie. Beeld je enkele duizenden Aziaten in die allemaal met jou op de foto willen, zowel de voor- als de namiddag. “Spesjiaal” zeggen wij in de Kempen ;-).
Volgende halte is Bali, het meest bekende en toeristische eiland van Indonesië. En hoewel Java en Bali naast elkaar liggen, lijkt het alsof je in een ander land terechtkomt. Al kan de zwoele zon daar ook iets mee te maken hebben. Daar waar we in Java nauwelijks buiten konden zonder paraplu, is het hier puffen en zonnecrème smeren geblazen. Uitvalsbasis wordt het stadje Ubud, een cultureel stadje met alle voorzieningen te midden van de rijstvelden. Hippe restaurantjes, toffe coffeeshops, betaalbare bars en een overvloed aan Balinese kunst en cultuur. Toen we hier de eerste keer rondliepen, hadden we allebei het gevoel van ‘hier wil ik gerust nog eens terugkomen’. En exact een maand later schrijf ik dit verslag vanuit, jawel, Ubud. Bizar…
Eén van de avonden in Ubud zijn we met 6 een avondje gaan stappen. Eén van de eerste bars die we tegenkwamen, serveerden cocktails voor 40.000 Rp, omgerekend nog geen 2,5 euro. Ze waren bijzonder lekker, maar waren aan de zware kant (en dat zeg ik niet al te veel ;-)). Toen we vroegen naar de fles, waren we verrast door het antwoord: ‘geen fles, zelf gebrouwen in mijn dorp’. Meteen wisten we waarom het zo goedkoop was. De lokale sterke drank hier heet Arak en als je dat intypt in google dan verschijnen er heel wat verontrustende links. Alcoholvergifting met de dood als gevolg is niet ongewoon in Indonesië en elk jaar sneuvelen er heel wat toeristen. Het zal jullie niet verbazen dat we sindsdien geen Arak meer hebben aangeraakt. Jammer want het was lekker, goedkoop en straf ;-).
Sidemen, een dorpje in het oosten van Bali, is de volgende bestemming en onze accommodatie is er ééntje zoals je alleen maar van kan dromen. Vooral het zicht vanuit het zwembad over de rijstvelden is adembenemend.
Naast luieren in de zon en de wegen onveilig maken met de scooter is de hoofdactiviteit het beklimmen van een vulkaan, de Gunung Agung. Een selectief groepje (Maarten, Niels, Dieter, Davy en Jonas) zal ’s nachts om half één opstaan om zich te wagen aan een stijle klim van 3,5u. Moedig…
Next op ons programma zijn de beruchte Gili-eilanden, drie kleine eilandjes vlakbij de kust van Lombok. Enige manier om daar te geraken is met de ferry en dat was een hele belevenis. Indonesië staat bekend vanwege de vele nauwelijks zeevaardige en overbevolkte boten met verschillende incidenten als gevolg. Tel daar nog de woeste zeeën en sterke stromingen bij en je weet dat het sowieso een avontuur wordt. We opteren om iets meer te betalen voor een ‘echte’ speedboat. Dat we 2,5u moeten wachten omdat de boot motorproblemen had, vinden we niet erg. Ook niet dat er verschillende mensen zeeziek worden vanwege de sterke golven. Maar toen na een uurtje de boot plots stilvalt in het midden van de open zee is er toch even paniek. Zeker toen het probleem na 10 minuten nog niet duidelijk was en de crew weigerde om antwoord te geven. Op het scherm voor ons, kon je zien dat de boot cirkels aan het maken was en de eerste brakende passagiers waren een feit. Gelukkig startte de motor na een half uurtje wild heen en weer gaan en zijn we alsnog veilig beland op de Gili-eilanden.
Wij verblijven op Gili Air, een klein eilandje met voldoende voorzieningen om nieuwjaar op gepaste wijze te vieren. Via via had ik de gegevens van Bob en Riet, een Vlaams koppel die al een jaar op dit eilandje leven. Zeer handig om goed geïnformeerd te worden over ‘the places to be’. Enkele leuke avonden zijn dan ook het logische gevolg. Stress is op dit eiland echt wel een relatief begrip ;-). Net zoals op de meeste plekken wordt ook hier het nieuwe jaar ingeleid met vuurwerk. Al is er hier geen sprake van veiligheidsmaatregelen. Indonesiërs houden gewoon het vuurwerk in hun hand als ze het afschieten, bizar volkje…
Een duikinitiatie (voor Katelijn, Jonas en Davy) en enkele snorkelpartijen later arriveren we bij onze laatste bestemming, het eiland Lombok. Minder toeristisch en ongerepter dan Bali en Gili. In het noorden verblijven we in Senaru, een pietlullig dorpje vlakbij de vulkaan, Gunung Rinjani. Naast enkele leuke wandelingen zullen we daar vooral het uitzicht van onze hostel onthouden. Oneindige zichten op de rijstvelden, geanimeerd door een speelse bende makaken (en dan bedoelen we de apen :-)). Die laatste hadden echt geen last van verlegenheid en waren voor de locals eerder een pest dan een zegen. De makaken blijken immers volleerde dieven te zijn en alles dat buiten blijft hangen, wordt buit gemaakt.
De laatste dagen die we doorbrengen met de groep, spenderen we in het zuiden bij Kuta. Het weer is fantastisch en dat is een meevaller, temeer we in het noorden letterlijk uitgeregend waren. De enige attractie hier zijn de stranden, maar die zijn zo desolaat en ongerept dat ze op zich de verre verplaatsing waard maken. Chillen (of ‘chillaxen’ zoals sommigen beweren ;-)) is de boodschap en de Kempenaren kunnen uitgerust terug naar huis vertrekken en terugkijken op een geslaagde vakantie. Ik schrijf dit verslag enkele weken later en kan dus zeggen dat we ze nadien gemist hebben!
An en ik hebben ondertussen beslist dat we ons visum met een maand gaan verlengen in Indonesië, maar dat blijkt complexer dan we dachten. Omdat we geen zin hebben om drie dagen te spenderen aan Indonesische administratie, hebben we onze paspoorten meegegeven met een local die via via alles in orde zou brengen. Blijft vreemd om je enige identiteitsbewijs met een vreemde mee te geven. Hopelijk zien we het snel terug want binnen enkele dagen start onze vierdaagse boottocht naar de Komododraken…
Voor meer foto’s over de eerste drie weken in Indonesië klik op één van de onderstaande foto’s. De eerste bevat alle foto’s van de drie weken. Daaronder kan je per eiland de foto’s vinden. Alle foto’s:
Of per eiland:
Leuk om te lezen dat het allemaal zo top verloopt. Curieus om te weten hoe het afloopt met die visa….
Groet!
Bart
Hey Bart, merci voor de comment, is inderdaad goed gekomen. Nieuwe posts komen er wellicht eind deze week al aan. Groetjes vanuit nog steeds Indonesië