Gerelateerde berichten
Een stukje Siberië
Vanuit Moskou reizen we naar Siberië waar we een 6-tal dagen zullen verblijven. Onze uitvalsbasis is de stad Irkutsk, vroeger het ‘Parijs van Siberië’ genoemd en – net zoals heel Siberië – pas tot leven gekomen na de invoering van de Transsiberische spoorlijn. De hoofdactiviteit hier is een driedaagse trekking aan het Baikalmeer. Dat is het diepste én het vijfde grootste zoetwatermeer ter wereld en qua oppervlakte zo groot als België. Omdat ik niet wist hoe het verslag anders te schrijven, heb ik het chronologisch opgebouwd. De verschillende dagen van de trekking worden kort beschreven en vervolgens enkele impressies van de stad Irkutsk én onze homestay.
We arriveren in het holst van de nacht in Irkutsk. Plaatstelijke tijd is half vier, maar dat is 6 uur later dan Moskou waar we vertrokken zijn. Dit 6-uur tijdsverschil is in de kleren gekropen en we zijn dus een nacht aan het overslagen. Nu goed, we hebben tijd genoeg om te recupereren, maar zo net voor een zware trekking is dat niet ideaal. Het Baikalmeer ligt op zo’n 70km van Irkutsk, maar de bus vertrekt pas om 15u dus nog tijd genoeg om een eerste indruk op te doen van Irkutsk én de nodige aankopen te doen voor de trekking. Net zoals in Sint-Petersburg en Moskou vind je in Irkutsk ook makkelijk een coffeeshop met gratis wifi, ideaal om nog wat aan de blog te werken en iets te ‘posten’. Door het weinige slapen verloopt de tijd traag, maar om 18u staan we samen met een gids te wachten op de bus. Doordat er geen andere toeristen zijn in deze periode, is Artom (dat is zijn naam) onze privégids. Aardige kerel, maar zonder gemeenschappelijke taal is het moeilijk te communiceren. De bus doet drie uur over 70 km dus je kan je de conditie van de weg wel voorstellen. Het is een zonnige herfstdag en dat maakt het spektakel onderweg nog mooier dan het eigenlijk al is. Onze eerste stop is een typisch Siberisch dorpje, idyllisch en gelegen langs het Baikalmeer. Er is één restaurant/hotel waar onze gids voor ons een simpele maaltijd bereidt. We wilden die avond vroeg gaan slapen maar een Uzbeekse familie, enkele flessen vodka én een zatte, struise Rus zorgden nog voor het nodige entertainment. Omdat dit zo’n ervaring was, hebben we er een apart verslag ‘Vodka drinken met Russen‘ over gemaakt. Als je dit wil lezen, druk dan op de link of op de foto hieronder:
Het ontbijt dat onze gids maakt, is wel heel bijzonder. Omul met pasta, en dat om half negen ‘s morgens. Omul is een zalmachtige vis die enkel voorkomt in het Baikalmeer. Best lekker, maar toch even wennen om dit ’s morgens op je bord te krijgen. Twee uur later zullen we weten waarom we zo’n ‘stevige’ maaltijd kregen ;-). Hieronder enkele foto’s van het eten dat we voorgeschoteld kregen op deze trekking:
Met de gewonnen calorieën beginnen we aan de trekking. De gids is niet het wachtende type. Hij heeft een tempo dat voor ons beiden duidelijk iets te hoog ligt. Maar we beschouwen het als een uitdaging en besluiten er niets van te zeggen. Wel bizar eigenlijk dat de gids, net voor we vertrekken, zijn notitieboekje bovenhaalt, drie ventjes tekent en probeert uit te leggen dat hij achter ons zal blijven. Wij knikken en dan schiet hij uit de startblokken en zal de komende drie dagen nooit achter ons te zien zijn. De taferelen tijdens deze eerste dag zijn adembenemend en het landschap is bijzonder gevarieerd. Als ik dan toch moet vergelijken, zou ik een herfstwandeling in de Ardennen willen nemen, maar dan langs (en met zicht op) een meer zo groot als België én aan de verre overkant een gebergte dat op de Alpen lijkt. Het zal echter de ganse trekking bewolkt blijven en dus was het moeilijk om goede foto’s te maken, je zal ons op ons woord moeten geloven ;-). Toch alvast een poging:
De eerste dag zullen we ongeveer 15 km wandelen om dan aan te komen in een soort verlaten “zomerkamp”. Een terrein met een aantal houten Siberische huisjes op. De koeien en paarden lopen er vrij rond (ver weg kunnen ze toch niet gaan lopen…). Wel vreemd om plots oog in oog te staan met een aantal vechtende stieren… . Het “zomerkamp” is enkel te bereiken via de trekking die wij hebben gedaan of per boot. We moeten dus ook niet rekenen op licht, verwarming of stroom. Wel leuk om zo helemaal gedeconnecteerd te zijn van de wereld. Tot de avond valt en we terug beseffen dat we in Siberië zitten, niet bepaald de warmste plek ter wereld. Met alle kleren en dekens die we kunnen vinden, proberen we ons warm te houden én de iPhone dient als zaklamp. Onze gids heeft gelukkig nog wat hout gevonden en dus kunnen we ons opwarmen aan een soort haard die in één van de kamers staat.
Het ontbijt de volgende dag bestaat uit een soort ongezoete rijstpap met rozijnen, ziet er vreselijk uit, maar het smaakt en zorgt voor de nodige energie. Het notitieboekje van de gids vertelt ons dat het vandaag een tocht van 18km zal worden. Het tempo ligt precies nog iets hoger dan gisteren, maar dat kan ook te maken hebben met de stramme spieren. Vandaag is het ook iets meer bergop, bergaf. En bergaf betekent lopen, letterlijk lopen. De gids loopt als een volleerd skiër elke berg af, formidabel om te zien, iets minder als je het zelf moet uitvoeren. We hebben echter geen keuze want anders kunnen we het tempo niet aan en dus besluiten we om het zelf ook te proberen. Met hier en daar een ravijn langs de linkerkant was dit voor mij een spannende onderneming (gezien mijn hoogtevrees). An heeft een heel andere definitie van het begrip ‘angst’ en voor haar zal het dus bij ‘mooi’ blijven ;-). De ‘scenery’ onderweg blijft top met afwisseling van fluo rode, oranje en gele kleuren, kleuren die enkel de herfst kan voortbrengen. Tegen de vooravond bereiken we een klein dorpje, een waar spookdorp want de enige winkel is gesloten en er loopt niemand rond. Maar voor ons maakt het niet uit want we kunnen voor de eerste keer in 7 dagen weer douchen, zalig!
De laatste dag, 15km naar Litvyanka, onze eindbestemming. Vooraf hadden we gelezen dat het om de zwaarste dag zou gaan. En tot het laatste uur vonden we dat het nogal meeviel. Tot de gids vertelde dat we die berg in de verte nog over moesten. Wat volgde, valt onder de noemer ‘een beetje doodgaan’. Totaal uitgeput én een busrit later, belanden we in onze homestay in Irkutsk.
We verblijven bij een oudere dame, een energiek type dat weliswaar al heel wat had meegemaakt. Via toeristen die ze in huis nam, had ze wat Engels opgepikt en dat zorgde voor wat verhalen aan de ontbijttafel. Ze vertelde over haar dochter die longspecialist is én de hele wereld rondreist, over Bulgarije, het enige land dat ze in Europa bezocht had en over de dam die in de jaren ’60 gebouwd was én die het klimaat had veranderd. Leuke anekdote is dat heel wat mensen uit Siberië in de winter naar Thailand vliegen. Dat is van -30 naar +35 graden oftewel een verschil van 65 graden. Minder leuk was het feit dat ze voorstelde om de was voor ons te doen (200 roebel). Niet dat ze dat voorstelde, wel het eindresultaat. Ze had alles veel te heet gewassen waardoor de tekst op onze T-shirts zo goed als verdwenen is, broeken gekrompen zijn (tot ergernis van An) én mijn enige trui is gereduceerd tot een -80kg trui, dat is voor binnen een paar maanden dus ;-).
Over Irkutsk zelf valt niet zoveel te vertellen, leuk te vertoeven, zeker als uitvalsbasis, maar meer dan een aantal historische gebouwen en leuke coffeeshops heeft de stad niet te bieden. Tijd om Rusland te verlaten en Mongolië onveilig te maken.
Meer foto’s over onze tijd in Siberië? Klik op onderstaande foto: